Grondradar – “Bodemscan” of kabel- en leidingonderzoek?

Meer en meer zien we dat de vraag naar grondradar toeneemt. Er komen rechtstreekse vragen voor een grondradaronderzoek of soms zelfs als bestekspost “bodemscan”.

247-header-site

Grondradar wordt gezien als een “bodemscanner” die de oplossing biedt voor alle problemen en het is ook zo’n mooi idee natuurlijk, ik weet eerst niks, ik haal er een röntgenapparaat overheen en ik weet alles.

Maar wat wil je eigenlijk weten? Een indicatie of er kabels en leidingen zijn, wil je alle kabels nauwgezet in kaart hebben of wil je simpelweg een quickscan voor obstakels, funderingsresten of puinclusters?

Weet dan dat een grondradar niet onder alle condities alle objecten kan “zien”. Stelconplaten, klei, puinlagen en verhardingstypen hebben allemaal een invloed op het signaal van de grondradar en het is niet altijd duidelijk of het signaal negatief of positief beïnvloedt is.

Deze onduidelijkheid brengt soms een abstractieniveau in het onderzoek dat moeilijk aan te duiden is en aan het eind een gevoel van onbehagen achterlaat als daar aan de voorkant niet goed over is gecommuniceerd. Wanneer iemand dus een “bodemscan” vraagt en niet duidelijk aangeeft wat hij verwacht, dan kan hij bedrogen uitkomen.

Is grondradar dan geen goede oplossing? Grondradar in heel veel gevallen een goede oplossing maar wees je bewust van de beperkingen en anticipeer daarop. In het geval van een kabel- en leidingonderzoek zal je daarbij nog een stap verder moeten gaan.

Een kabel- en leidingonderzoek met grondradar is namelijk heel goed te “verbeteren” met relatief beperkte middelen maar behoeft wel meer effort (en is dus duurder) dan een “bodemscan”.

Naast de gegevens van de grondradarscan kun je metalen leidingen volgen met eenvoudige kabelzoekers (in de volksmond radiodetectie, CAT en Genny). Door het combineren van beide onderzoekstechnieken, verzamel je meer gegevens maar heb je ook meer grip op het wel of niet wegvallen van signaalpenetratie van de grondradar. In de praktijk kom je namelijk vaak situaties tegen dat een gedetecteerde kabel niet verder gevolgd kan worden. Vragen die dan ontstaan; Is de kabel geknipt of is het signaal even weggevallen?

Vaak zal een specialist een aanname doen over het vervolg, dankzij aanvulling van radiodetectie gegevens kan een specialist beter zijn keuzes maken en funderen.

Uiteindelijk zal er een product ontstaan waar veel minder onvolkomenheden binnen het onderzoeksgebied overblijven. Door hier gericht op te anticiperen met een aantal proefsleuven (of eigenlijk gaten), omdat je heel precies kan aangraven, is het mogelijk om nagenoeg elke kabel in kaart te brengen, zelfs in voor grondradar moeilijk meetbare gronden.

1.       Grondradar “bodemscan”:

De locatie is met grondradar ingemeten, waarna de data door software is ‘gehaald’ zodat bodemafwijkingen inzichtelijk worden.

287-bodemscan1

2.       Kabel- en leidingonderzoek met alleen grondradar:

De locatie is met grondradar ingemeten waarna de data minutieus is beschouwd op afwijkingen die duiden op ligging van kabels en leidingen. De kans is aannemelijk dat niet elke kabel volledig gekarteerd is omdat bij meerdere kabels moeilijk onderscheid te maken is tussen afzonderlijke kabels. Daarnaast kunnen objecten als stukken betonijzer, boomwortels en kabelresten ook geclassificeerd worden als kabels en leidingen. Nader onderzoek kan dat uitsluiten.

263-bodemscan2

3.       Kabel- en leidingonderzoek met grondradar, radiodetectie en landmeten:

De locatie is met grondradar ingemeten waarna de data minutieus is beschouwd op afwijkingen die duiden op ligging van kabels- en leidingen. Omdat naast grondradar ook aanvullende informatie aanwezig is met een hoge zekerheid, kunnen ‘kabelflarden’ worden verlengd of worden gediscrimineerd als object. Omdat daarnaast alle bovengrondse appendages zijn ingemeten kunnen bepaalde kabels worden geclassificeerd en wordt interpretatie van detectiedata een stuk eenvoudiger.

378-bodemscan3

4.       Kabel- en leidingonderzoek met grondradar, radiodetectie, landmeten en proefsleuven (‘proefgaten’)

Omdat nagenoeg  alle indicatoren op centimeterniveau bekend zijn gemaakt met een detectieonderzoek, kan nu heel gericht worden ‘aangegraven’. Je weet immers waar je moet graven en tot welke diepte. Voor een kabel op 8ocm diepte hoef je slechts 1 tegel te lichtten. Hierdoor kun je dus met vrij weinig effort en impact voor de omgeving heel veel posities nagraven, classificeren en beoordelen. Op deze wijze is het mogelijk nagenoeg alle kabels inzichtelijk te maken. Daarnaast is het ook mogelijk om te anticiperen op bestaande kabel en leidingtekeningen zoals KLIC. Ga je graven op de KLIC-aanduiding of op die detectie-aanduiding 1,5 meter ernaast?

112-bodemscan4

Bent u benieuwd wat TerraCarta voor u kan betekenen?

Neem contact met ons op, wij staan u graag te woord.

Telefoonnummer: 0528 – 234 406

E-mail: info@TerraCarta.nl